Een portret is iets van alle tijden. De oudste portretten zijn afkomstig uit de tijd van de Egyptenaren. Door de jaren heen werden ze gemaakt om verschillende redenen en in verschillende vormen. Maar toch: een portret is een tijdloze kunstvorm. Hieronder lees je over hoe het portret zich ontwikkeld heeft door de jaren heen en welke verschillende soorten portretten er allemaal zijn.

De eerste portretten

De eerste portretten werden gemaakt om de doden te beschermen tegen kwade geesten. Dit deed men in Egypte in de beroemde piramides en in bepaalde delen van het Romeinse Rijk. Helaas zijn schilderijen uit deze tijd niet goed bewaard gebleven, dus zijn er weinig overblijfselen van geschilderde portretten. De portretten die bij de graven gevonden zijn, zijn vooral kleine beeldjes. Toch vertellen deze voorwerpen een belangrijk verhaal over het leven en de kunstgeschiedenis van de Egyptenaren en de Romeinen.

In de Middeleeuwen werden portretten gemaakt om het goddelijke te verheerlijken. Dit werd gedaan om men te herinneren aan de Dag des Oordeels en het leven na de dood. Zo werd Christus soms heel angstaanjagend afgebeeld bij de ingang van een kathedraal. De kunstenaars uit de Middeleeuwen wilden dus het spirituele verbeelden. Aangezien het spirituele geen lichaam heeft, werd het minder belangrijk om de figuren levensecht weer te geven. Om de figuren toch herkenbaar te maken kregen zij een voorwerp of andere kenmerken.

Tot aan de 14e eeuw waren portretten dus vooral functioneel. Dit paste ook bij de mentaliteit van de tijd. In de 15e eeuw veranderde de tijdgeest toen de Renaissance, oftewel de wedergeboorte, aanbrak.

De eerste portretten

De wedergeboorte van het portret

De Renaissance bracht een hernieuwde aandacht voor het individu. Persoonlijke eigenschappen werden veel meer gewaardeerd. Men ging zichzelf ontwikkelen en er kwam meer aandacht voor het leven op aarde en het individu. In deze portretten kwam er weer aandacht voor de persoonlijkheid van het individu en realisme werd weer belangrijker. Dit is tot op de dag van vandaag niet echt meer veranderd: portretten worden vooral gemaakt om een persoon zo gunstig mogelijk af te beelden of om zijn of haar persoonlijkheid door te laten klinken.

Vanaf de Renaissance wordt het portret razend populair en kunstenaars gaan zich zelfs specialiseren in portretkunst. Vanaf deze periode zal het portret vooral als kunst bedoeld en gewaardeerd worden. De strijd die al terug te zien is aan het begin van de kunstgeschiedenis zal nog wel blijven bestaan: realisme versus abstractie. In de Middeleeuwen werd het realisme dus losgelaten. De Grieken bestudeerden juist de anatomie van het menselijk lichaam om hun werken zo realistisch mogelijk te maken. De Romeinen gingen dan juist weer voor idealisering… Zo zal het in de eeuwen hierna door blijven gaan. Ook ontwikkelen de kunstenaars verschillende specialisaties binnen de portretkunst.

Een veelzijdige kunst

Al tijdens de Renaissance kwam er een stroming waarbij de lichamen geïdealiseerd werden en de realiteit werd losgelaten. Het maniërisme omvat portretten waarin de figuren ranke, slanke lichamen hebben met blanke gezichten die bijna van porselein lijken. Deze dromerige manier van figuren weergeven werd doorgetrokken tijdens de Romantiek in de 19e eeuw. Binnen deze stroming was er een hang naar het verleden en het spirituele. Hierbij werden personen afgebeeld in weelderige kleding en warme kleuren. Dan was er nog de stroming van het Realisme. Hierbij werd, zoals de naam al aangeeft, de kijker geconfronteerd met de realiteit van het alledaagse. Figuren in deze portretten werden afgebeeld in rauwe kleuren en barre omstandigheden.

Veelzijdige kunst

Vanaf de 19e eeuw maakt de fotografie zijn intrede. In de beginjaren waren fotoportretten lastig te maken, want mensen moesten soms wel twintig minuten onbewogen in de camera kijken. Vandaag de dag is dit natuurlijk anders en is vooral de hypermoderne vorm van het zelfportret populair: de selfie. Daarnaast doen fotografen soms hun best om een foto zoveel mogelijk op een schilderij te laten lijken met behulp van filters en andere snufjes. Dit wordt picturalisme genoemd.

In de 20e eeuw nam abstractie de overhand. Dit is mede te danken aan de komst van de fotografie. Levensechte portretten kunnen nu met de fotocamera gemaakt worden. Schilders krijgen hierdoor de kans om werken abstracter weer te geven. Schilders als Van Gogh en Matisse lieten nog wel herkenbare figuren zien, maar lieten ook een deel aan de verbeelding over. Ze gebruikten bijvoorbeeld felle, onrealistische kleuren of vervormden de proporties of het perspectief.

Vincent van Gogh abstractie

Het portret in Nederland

Zoals altijd deed men het in de Lage Landen op een eigen manier. Verschillende Hollandse meesters specialiseerden zich in de Gouden Eeuw ook in portretkunst. De portretten afkomstig uit deze tijd waren uniek vergeleken met werken uit bijvoorbeeld Italië of Frankrijk. Hollandse portretkunstenaars slaagden erin om de figuren spontaan en vrolijk te laten ogen. Vooral Frans Hals staat bekend om portretten in deze stijl. Daarnaast konden deze kunstenaars goed de lichtinval vangen en de structuur van de stoffen mooi en realistisch over laten komen. Zoals je eerder kon lezen, waren Hollandse kunstenaars ook gespecialiseerd in het schilderen van stillevens, waarbij stoffen en materialen ook een grote rol speelden. Daarnaast waren de Hollanders goed in groepsportretten. Zo schilderde Rembrandt van Rijn de wereldberoemde Nachtwacht. Het perfecte voorbeeld van een Hollands groepsportret waarin de beweging terug is te zien in het schilderij. Rembrandt en zijn tijdgenoten maakten portretten waarin de figuren niet meer statisch afgebeeld waren.

De onderwerpen van de Hollandse portretkunst was anders dan die van de omringende Europese landen. De portretten afkomstig van de Lage Landen lieten welgestelde families, handelaars en bestuurslieden zien. Deze werden vervaardigd in zogeheten familie-, huwelijks- en kinderportretten en schuttersstukken en regenstukken.

Rembrandt van Rijn

Moderne portretten

Vandaag de dag zien we van alles wat terug. Levensechte én -grote werken, Abstracte werken waarin niemand in te herkennen is en waarin vooral het gevoel belangrijk is. Ook is er nu veel meer mogelijk met de fotografie. Met je mobieltje maak je eenvoudig een portret van wie je maar wil. Zo zie je maar: de portretkunst is veelzijdig en heeft een rijke geschiedenis en is daarnaast toegankelijk voor iedereen.